top of page

Storytelling-tips voor het live presenteren van je position paper

Bijgewerkt op: 4 jan.

Storytelling is zo ongeveer uitgevonden voor een speech of presentatie. Dat is gewoon storytelling in action. Tips en voorbeelden die je kunt gebruiken als je je position paper of je corporate story live gaat presenteren met een opiniërende speech of presentatie.

Iedereen staat wel eens voor een groep. Bewindspersonen, politici, CEO's, HR-directeuren en afdelingsmanagers zelfs heel vaak. Some hate it, some love it. Maar dat zegt niks over het resultaat. Wat werkt nou wel en wat niet? Om bij dat laatste te beginnen: opsommingen. En toen dit, en toen dat. Werkt niet. Nu niet en nooit niet. En waarom niet? Omdat we een referentiepunt missen. En dat referentiepunt ben je als spreker zelf. De eerste persoon enkelvoud is dé persoonsvorm van de verteller. Het vermijden daarvan maakt een speech afstandelijk en onpersoonlijk. Het komt ook onnatuurlijk over. Iedereen ziet je daar staan.

Dus tip 1 bij het presenteren van je corporate story, position paper of bij een opiniërende speech: maak het persoonlijk. Let wel op het verschil tussen een opiniërende speech of presentatie enerzijds en een toespraak of een lezing anderzijds. Bij die laatste categorieën gaat deze tip niet altijd op. De toespraak is daar vaak te officieel voor en de lezing vaak te inhoudelijk. Aan de andere kant kan het juist weer wel bij een politieke toespraak. 



Kijk hoe Boris Johnson zijn tribuut aan Koningin Elisabeth II begint met een persoonlijk verhaal. Zo doe je dat



Mooi recent voorbeeld van de perfecte speech. Begint natuurlijk met de locatie en een lofzang op de plafondschildering, of beter op de roemrijke historie van het UK. Weg uit de EU. Dan sta je er alleen voor. En dan spreekt je PM je moed in. Dit is wat je van een PM verwacht: meeslepend, visie en humor. Bravo Boris! Hoe verstandig de Brexit is, is een tweede. 



Maar is het woordje 'ik' dan niet verdacht? Tja, ego is een beest dat je voor een presentatie maar beter in zijn kooi kunt houden. Je moet juist identificatieruimte creëren. Je gehoor moet zich met je verhaal kunnen identificeren. Dus niet: ik heb dit en ik heb dat, maar meer verhalend: 'Ik las vanmorgen in de krant dat...', ‘Ik hoorde dat ...’,  ‘Ik kwam laatst ...’,  ‘Toen ik ...’. En dat is dan tip 2: pluk voorbeelden uit het echte leven. Anekdotiek waarin iedereen zich kan herkennen. Want wat is nou de bedoeling van een opiniërende speech of presentatie? Dat je je gehoor weet te overtuigen althans mee te nemen in jouw visie en standpunt. En dat doe je door -wat in wetenschappelijke kringen heet: narratieve transportatie. Het komt er in het kort op neer dat mensen extreem gevoelig zijn voor dit soort verhalen en eenmaal in een verhaal extreem gevoelig zijn voor beïnvloeding.



Troonrede

Zoals elk verhaal bestaat ook de opiniërende speech en presentatie uit drie delen: opening, midden en slot. En ook die delen zijn weer onderverdeeld in een opening, een midden en een slot. Al die negen elementen smeed je aan elkaar met 'bruggetjes', terwijl je daar de rode draad van de opinie of het standpunt doorheen weeft. Die rode draad is een weg naar het punt dat je wilt maken. Niet drie, niet twee, nee één punt. In de speech hierboven van Boris Johnson is de boodschap: We can do this! Het is een motivational speech (doel). Voor institutionele toespraken als de State of the Union of de Troonrede door koning Willem Alexander is de boodschap een crime. Voor zo'n toespraak worden vaak meer dan twintig (!) versies geschreven en uiteindelijk vluchten alle betrokkenen in de veiligheid van vage abstracties en nikszeggende zinnen. Dat is het tegenovergestelde wat je zou moeten doen in een opiniërende speech of presentatie.


Een goed voorbeeld hoe het wel moet, is deze; recht uit het hart, deze opiniërende speech: stiekem gefilmd op de Rabo Aandeelhoudersvergadering. Een importeur van biologisch roodfruit, maakt in 5 minuten gehakt van het Rabo-landbouwbeleid en laat zien hoe je met een mix van emotie, opinie en onderbouwing enorme impact kunt maken:



Drie valkuilen voor een opiniërende speech of presentatie

De drie beruchtste valkuilen voor een presentatie zijn:

  • De verstopper. De spreker blijft zich in algemeenheden en abstracties hullen, in jargon, clichés of de spreker slaat door in beeldspraak. Je krijgt als luisteraar geen connectie met de spreker, althans met diens verhaal. Je zoekt steeds panischer naar houvast, naar de clou: wat wil de spreker van mij? Omdat je niet meegenomen wordt. Waar gaat dit heen?

  • Dan heb je de spuier. De dikdoener. Die wil laten zien hoeveel hij wel niet weet en wie hij (ja, vaak mannen) wel niet kent (name dropping). Maar ondertussen gaat hij voorbij aan de essentie, namelijk dat je je gehoor mee wilt krijgen zodat je je punt kunt maken. Maak je ego ondergeschikt aan je standpunt. En nee, dat staat niet op gespannen voet met wat hierboven staat.

  • En dan heb je de puntzak-specialist; een nerveuze spreker die bang is dat hij iets vergeet en zich daardoor verliest is een woud van details. Het is, behalve misschien in een wetenschappelijk discours, ook geen kwestie van zoveel mogelijk kennis spuien. De puntzak-specialist begint vaak nog bij de stam, kruipt via de eerste tak naar een zijtak, springt opnieuw naar een zijtak en floep... opeens ben je hem kwijt. Ja, hij zit daar ergens verborgen in het gebladerte, dat weet je, want je hoort het geritsel uit die richting komen, maar waar hij is gebleven....?  



Kijk hoe verbeelding in de praktijk werkt:



Visualiseren bij een opiniërende speech of bij presenteren

Dus is er maar één vraag die je je in de voorbereiding stelt: wat is je standpunt en waarom? Standpunt en onderbouwing bepalen samen ook de vorm: heb je een voorbeeld -liefst uit de eerste hand- dat pijnlijk duidelijk maakt wat je bedoelt? Is er een metafoor die duidelijk maakt waarom er iets moet veranderen? Heb je cijfers? Kun je je standpunt visualiseren aan de hand van een voorwerp? Als je dat te pakken hebt, kun je eigenlijk ook niks vergeten en heb je geen spiekbriefje meer nodig. Een mooi voorbeeld van visualiseren: in de film The Big Short legt de hoofdrolspeler aan een groep bankiers uit waarom het banksysteem op ontploffen staat en hoe ze daar van kunnen profiteren. Hij demonstreert zijn punt met een Janga-puzzel, een toren van losse houten blokjes. Op de blokjes staan de ratings van grote en kleine banken, met de zwakste ratings, triple B, onderaan de toren en de beste ratings, triple A bovenaan. In een oogwenk snap je het probleem: zwakke banken trekken de sterke banken om. Aan de onderkant haalt hij telkens een blokje weg, tot de hele stapel omvalt: ‘This is America's housing market.’ Pas hier wel mee op: 'Dit is hoe je de stekker eruit trekt', betekende het einde van Jolande Sap. Het had kunnen werken, maar platte visualisatie van iets dat iedereen zich kan voorstellen, werkt dus averechts. Zeker als iemand je van repliek dient en antwoordt dat bij jou de stekker er nooit ingezeten heeft.  


Een researcher liet op het scherm een levensgrote koekjestrommel zien en begon zijn presentatie als volgt: ‘Mijn moeder verstopte altijd dit soort bewaarsystemen in huis, want ik at alles op wat ik maar in mijn vingers kreeg. Eigenlijk heb ik van mijn moeder geleerd hoe je heel snel goed moet zoeken. Die permanente zoektocht in mijn jeugd is de reden dat ik nu als researcher verantwoordelijk ben voor …’ De les: maak het aanschouwelijk!

Een researcher liet op het scherm een levensgrote koekjestrommel zien en begon zijn presentatie als volgt: ‘Mijn moeder verstopte altijd dit soort bewaarsystemen in huis, want ik at alles op wat ik maar in mijn vingers kreeg. Eigenlijk heb ik van mijn moeder geleerd hoe je heel snel goed moet zoeken. Die permanente zoektocht in mijn jeugd is de reden dat ik nu als researcher verantwoordelijk ben voor …’ De les: maak je standpunt of opinie aanschouwelijk!



Tips en voorbeelden

  • Bepaal vooraf welk beeld/welke emotie je bij je gehoor wilt achterlaten. Wat wil jij dat ze zich na drie weken nog van je toespraak herinneren? Welk gevoel moet er dan zijn blijven hangen?

  • Maak van de onderbouwing van je standpunt of opinie geen nevengeschikte opsomming. Kijk waar het wezenlijk om gaat: wat is het kernwoord?



Bij presentaties of spreken in het openbaar laat je ZIEN wat je bedoelt! Hier Peter van Uhm, opperbevelhebber van de Nederlandse strijdkrachten:

Bron: TED Talk


Ook een aansprekend voorbeeld: de Amerikaanse senator Jim Inhofe die in 2015 een sneeuwbal meenam naar de senaat. Inhofe gelooft niks van de heisa over klimaatverandering. Volgens de NASA was 2014 het warmste jaar ooit. Maar als het sneeuwt kan de aarde niet opwarmen, redeneerde Inhofe en wierp de sneeuwbal op de senaatsvloer: ‘Catch this, mister president.’


  • Een real life story werkt altijd goed om mee te beginnen. Tenminste als zo'n verhaal het punt illustreert dat je wilt maken en als iedereen zich in de situatie (werk, tankstation, winkel, supermarkt etc.) kan herkennen.

  • Schilder zo'n verhaal met liefde voor details: gezichten, kleding, woordgebruik, houding, settings, weersomstandigheden. Probeer het allemaal letterlijk voor je te zien. Michelle Obama vertelde in haar speech over haar vader die met MS kampte. 'Ik zie hem nog staan, boven aan de trap... ik stond daar naast m'n broer...' 



Maak het verhaal 'klein', persoonlijk en geloofwaardig door details:


  • Een opiniërende speech of presentatie duurt niet langer dan 5 – 15 minuten. Uitzonderingen daargelaten. Dolf Jansen praat op mitrailleursnelheid 236 woorden per minuut en de koning in zijn kersttoespraak op musket-snelheid van 130 woorden per minuut. Maar dat is wel het aantal woorden per minuut dat een zaal aankan. Schrijf en oefen je presentatie op zo'n 100 woorden per minuut, dan heb je ook tijd om stiltes te laten vallen. Een stilte na een punt (pointe, emotie, inzicht) dat je hebt gemaakt, geeft je boodschap impact en je toehoorders de gelegenheid om wat je vertelt ook te verwerken. Luister bijvoorbeeld eens naar Winston Churchill hoe hij zijn land en zijn soldaten moed in praat in het meest duistere uur van de oorlog na de nederlaag in Duinkerken: We shall fight on the beaches. Kernwoord: onverzettelijkheid.  


Leer van de stiltes die Churchill in zijn bekendste toespraak laat vallen:



Let op de stiltes die deze 'büttenredner' steeds laat vallen:



  • Kleine concrete woorden zijn altijd beter dan grote abstracte woorden waar niemand zich iets bij kan voorstellen. Dat pleit voor beeldend taalgebruik. Gebruik ook niet teveel dure woorden als je ook betaalbare woorden kunt gebruiken.

  • Elke presentatie kent dezelfde opbouw: begin, midden en eind. Die staan voor: Waarom zou ik hier überhaupt naar luisteren? Ok, en waaróm is dat dan zo? En: Wat wil je nou van mij? Zo'n begin, midden en eind bestaan ook weer uit een begin, midden en eind. Verbind die steeds met elkaar via 'bruggetjes' en let daarbij op de signaalwoorden.

  • Is je gehoor nog vers of zijn er al wat sprekers langs gekomen? Met de opening zet je de trein op de rails. Soms kun je beter meteen met de deur in huis vallen. Zeker als je een emotionele en (dus) persoonlijke betrokkenheid hebt bij het standpunt of de opinie.

  • Het grote verschil tussen een gesproken en geschreven tekst is de informatiedichtheid. Daar is in een gesproken tekst veel minder ruimte voor. Dat betekent: geen enerzijds/anderzijds redeneringen, maar met de deur in huis, grote halen snel thuis en van dik hout. Hou het dus simpel.

  • Een clou of conclusie als een open deur is helemaal niet erg. Mensen horen graag wat ze zelf ook vinden. 

  • Benoem wat je niet wilt, maar vertel vooral wat je wel wilt. Hou het positief en geef perspectief. 

  • Schrijf je verhaal één keer helemaal uit. Kijk of de rode draad duidelijk is: hoe kom je van je opening via het midden naar je conclusie?

  • Vat die 'ijsschotsen' samen in kernwoorden. Het is helemaal niet erg als je dan wat details van je verhaal vergeet, zolang je maar de rode draad vasthoudt, de opening paraat hebt en weet waar je wilt eindigen.

  • Laat je mimiek en lichaamstaal op een natuurlijke manier corresponderen met de emoties in je speech of presentie. Het tonen van emoties is geen teken van zwakte, maar van inlevingsvermogen en - waar nodig - empathie. Neem een voorbeeld aan Obama:



Tonen van emoties is geen teken van zwakte, maar van inlevingsvermogen:


  • We hadden het weliswaar over ijsschotsen, maar ga niet ijsberen op het podium.

  • En tot slot: probeer je hetgeen je vertelt ook daadwerkelijk vóór te stellen. Tastbaar. Als je zelf niet gelooft in wat je staat te vertellen, of als je er zelf geen beeld bij krijgt, krijgt je gehoor dat zeker niet. 

'The only reason to make a speech is to change the world.' J.F. Kennedy

Gerelateerde posts

bottom of page