Met een essay, opiniestuk en een position paper neem je een positie in. Het zijn subjectieve stukken in de zin dat er geen neutraal standpunt wordt ingenomen. Alleen: er wordt vervolgens wel moeite gedaan om dat subjectieve standpunt te objectiveren door ook oppositionele en alternatieve standpunten te presenteren en te weerleggen zodat er aan het eind van het betoog nog maar één deurtje openstaat. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen de position paper, het opiniestuk en het essay en met welke combinatie maak je je punt?
Deze blog gaat over de verschillen tussen een essay, opiniestuk en position paper en wanneer je het beste elk van deze vormen kunt gebruiken. Het benadrukt dat de keuze afhangt van het stadium van het besluitvormingsproces, de invloed die je hebt als belangenbehartiger en de richting waarin het proces lijkt te gaan.
Zonder publiciteit zijn het essay en het opiniestuk twee tandeloze tijgers. De position paper daarentegen kan, om toch effectief te zijn, prima zonder publiciteit. Sterker: de position paper is zeker aan het begin van het lobby-traject helemaal niet gebaat bij welke ruchtbaarheid dan ook en kan in zijn verschijningsvorm dan ook bestaan uit een lijst met argumenten pro en contra en de bewijsvoering in de vorm van een lijst met bronnen en verwijzingen. Het essay en het opiniestuk verschillen dan weer stilistisch van elkaar omdat in het opiniestuk de argumentatie centraal staat en in het essay eerder de belangen die achter de argumenten schuil gaan. In dat opzicht lijken het essay en de position paper meer op elkaar omdat die beiden naar de belangen kijken in plaats van naar de argumenten alleen. Ze verschillen dan weer alle drie van de column omdat daarin noch de argumentatie noch de belangen voorop staan, maar het commentaar op iets of iemand. De columnist heeft dan ook geen verantwoordelijkheid, behalve een artistieke.
Position paper als kristallisatiepunt
Anders dan u en ik hebben organisaties geen mening. Organisaties nemen een standpunt in. Dat klinkt een stuk standvastiger. Vervolgens laten organisaties het daar niet bij, maar doen ze aan belangenbehartiging om dat standpunt te effectueren. Dat lukt alleen als ze invloed uit kunnen oefenen op het politieke besluitvormingsproces. Daar schakelen organisaties lobbyisten voor in. De position paper vormt het kristallisatiepunt voor elke lobby en elke lobbyist en is in eerste instantie bedoeld om onder de arm meegenomen te worden richting Den Haag.
Veel meer dan een lijst met argumenten pro en contra en een bijbehorende lijst met onderbouwing en bronvermelding, hoeft zo'n position paper niet te zijn. Met de informatie die de lobbyist uit de eerste gesprekken met Kamerleden opdoet, blijft hij zijn position paper aanvullen. Pas als hij een 360 graden beeld heeft van de coalitiepartijen en de belangrijkste oppositiepartijen, kan de lobbyist de omgeving van de bewindspersoon gaan beluisteren en adviseren. Tegen die tijd kan de position paper de vorm van een lijvig adviesrapport hebben aangenomen.
Tekentafel
Vanwege het functionele karakter van de position paper, zagen de opstellers ervan meestal van dik hout planken: een logisch en helder argumentatieschema: bewering, onderbouwing, rechtvaardiging van de onderbouwing en het weerleggen van de contra-argumentatie, wat minstens zoveel gewicht toekomt omdat elke lobbyist weet dat zijn collega het andere oor van de minister heeft. Dit schema kun je in een position paper zo vaak herhalen als nodig om op een overtuigende manier je punt te maken. Tot zover de tekentafel. Want in zijn gesprekken haalt de lobbyist pas de cruciale informatie binnen die er echt toe doet. Met die informatie maakt de lobbyist van de aanvankelijke lijst gaandeweg een adviesrapport dat via de bewindspersoon bij de beleidsambtenaren terecht komt. Behalve de inhoud zelf, kan daarin ook de politieke haalbaarheid en mogelijk zelfs een concept-wetsvoorstel onderdeel van uitmaken.
Openingszet van een opiniestuk
Met een opiniestuk vlieg je een onderwerp naar de keel. Je gaat voor de kill. Een opiniestuk wordt alleen maar geschreven met het oog op publicatie (lees hier meer over in onze blog over het schrijven van een opiniestuk). Toch is het effect van een ongepubliceerd opiniestuk zeker niet nul. Ook een tandeloze tijger heeft nog klauwen. Zo'n stuk kan heel goed als basis dienen voor een position paper of kan op zijn minst de gedachtevorming aanscherpen. Maar de impact van een gepubliceerd opiniestuk kan inderdaad mega zijn. Zeker als je daar de spin-off bij gaat rekenen. Omgekeerd is overigens van een position paper ook met betrekkelijk weinig moeite een opiniestuk te maken, maar of dat ook geplaatst gaat worden, hangt af van het onderwerp, de actualiteit, de relevantie, de invalshoek en uiteraard de schrijfstijl en kwaliteit van de argumentatie; die laatste moet in de kern overtuigend en geloofwaardig zijn. En dat is eerder het geval als je ook ingaat op contra-argumenten. Sterker: beginnen met het sterkste tegenargument en toelichten wat daar vóór pleit en waarom partijen en mensen dit standpunt huldigen, is retorisch de meest krachtige openingszet; tenminste als je daar vervolgens met steekhoudende argumenten en valide onderbouwing het hoofd aan weet te bieden. Zo’n benadering vraagt wel wat in stilistische zin, maar dan heb je ook wat. Het opiniestuk kan de lobby namelijk een flinke duw in de rug geven, omdat het politieke besluitvormingsproces gevoelig is voor de beeldvorming en publieke opinie.
Het essay als denkraam
Dat brengt ons bij de derde vorm, het essay. Beschouwend en verkennend, dat zijn kenmerken van het essay. Je hebt wel een opvatting, maar die laat je graag uitdagen. En dus weet je niet helemaal waar je uitkomt als je aan een essay begint. Anders dan het opiniestuk en de position paper benadert het essay een onderwerp dan ook eerder thematisch dan gefocust. Is het opiniestuk een hongerig roofdier, het essay is een sprookjesdier. Dat vraagt stilistisch meer van de essayist, zonder dat dit ten koste mag gaan van de redeneertrant. Zeker, de essayist heeft kennis van zaken, maar doet daarvoor -anders dan bij het opiniestuk- nooit een beroep op de eigen autoriteit. Ook niet stilzwijgend. In zijn benadering lijkt de essayist bij alles wat hij beweert te zeggen: ik geef mijn mening zo voor een betere. Maar ondertussen zul je van goeden huize moeten komen om het betoog te weerleggen. Door de vaardige stijl weet de essayist de lezer mee te voeren en ga je door zijn denkraam naar de contextuele werkelijkheid kijken.
Vervoering
Dat fenomeen heeft een naam: narratieve transportatie. In gewoon Nederlands: vervoering. Eenmaal ingestapt ben je, zonder je daar bewust van te zijn, veel gevoeliger voor beïnvloeding dan buiten het universum van de essayist. Ga je bij de position paper en het opiniestuk met de hakken in het zand en de armen over elkaar of in de zij staan - kom maar op! – de essayist nodigt je uit, ontwapent je, verleid je om met hem op avontuur te gaan, waarbij hij moeiteloos van wetenschap naar kunst, van economie naar recht en van geschiedenis naar literatuur springt. De uitdaging is hier stilistisch juist zo groot, omdat de essayist bijzaken tot hoofdzaak maakt. Het stuk kent oppervlakkig gezien geen hiërarchie, maar die wordt door de lezer ook niet gemist. Tenminste: zolang de essayist niet verdwaalt in het door hemzelf aangeplante bos.
Optocht
Een vaardig essayist laat je kennismaken met een optocht van ideeën, invallen, wetenswaardigheden en gedachten die het betoog eerder illustreren dan onderbouwen maar die opgeteld wel duidelijk in een richting wijzen. De overeenkomst tussen het essay en het opiniestuk is dat bij beide de relevantie belangrijker is dan de actualiteit, maar terwijl bij het opiniestuk nauwelijks ruimte is voor context en verbeelding, drijft het essay daar nou juist op. De kracht van de essayist zit 'm in deze quote van schrijver en psychotherapeut Wayne Dyer: 'If you change the way you look at things, the things you look at change.' Behalve stijl zijn gedrevenheid, betrokkenheid, kennis van zaken en maatschappelijke relevantie elementen waar de essayist blijk van geeft.
Conclusie position paper, opiniestuk en essay
De vraag met welke variant je het beste je punt kunt maken, hangt af van de vraag:
In welk stadium het besluitvormingsproces zich bevindt,
Welke kant het op lijkt te gaan,
Welke directe invloed je hebt op dat proces als belangenbehartiger.
Dus:
Is je invloed beperkt, dreigt het kwartje ondanks de position paper in de vorm van een stevig adviesrapport de verkeerde kant op te vallen en bevindt zich de besluitvorming in een eindfase, dan is het essay als onderdeel van een bredere publiciteitscampagne het ultimum remedium om de publieke opinie een draai te geven.
Zijn de kaarten geschud en is er geen redden meer aan, dan moet je je afvragen of je niet gewoon je verlies moet nemen. Dan ben je feitelijk te laat. Het omgekeerde geldt ook: voer je een succesvolle lobby richting de kritische fase van het besluitvormingsproces, dan is publiciteit niet altijd nodig en daarmee niet altijd handig.
In 50/50 situaties kan een opiniestuk als onderdeel van een bredere publiciteitscampagne precies dat tikje geven dat nodig is om 'de tafels te draaien'.
Verkeert het besluitvormingsproces nog in de beginfase, dan is de position paper het instrument bij uitstek om de stemming op een ministerie of in de Kamer te peilen. Zou je in dat stadium de publiciteit opzoeken, dan kan dat contraproductief uitpakken, tenzij je ermee gebaat bent om het onderwerp in de vorm van een 'neutraal' essay op de agenda te zetten.