top of page

Wat wordt de rode draad van je position paper?

Bijgewerkt op: 25 feb.

Aan een position paper wordt door meerdere personen gewerkt. Soms tegelijk. Dus organiseer je het proces: wie doet wat en wie heeft welke (eind)verantwoordelijkheid? Anders verlies je al gauw de regie over het proces en daarmee over de uitkomst. En nee, die uitkomst is niet de position paper zelf, maar het effect dat je ermee beoogt. Deze blog gaat over de rode draad van een position paper.

Position paper maker; de inhoud
Probeer vooral op de hoofdlijn te letten bij het samenstellen en opstellen van een position paper. Zeker als je met meerdere personen aan de position paper werkt.



In deze blog gaat het om de rode draad van de position paper. Hoe span je die door je position paper heen? Dat hangt af van de vraag voor wie de position paper is bedoeld: beleidsmakers, een specifieke doelgroep, de publieke opinie of voor de lobbyist als werkdocument? Dat maakt uiteraard niet uit voor de standpuntbepaling zelf, maar wel voor de diepgang, de argumentatie, de bewijsvoering, de detaillering en de tone-of-voice. Bij een position paper voor beleidsmakers ligt het niveau van detaillering een stuk hoger of dieper. Een position paper om de publieke opinie te beïnvloeden is globaler en doet, meer nog dan de position paper voor beleidsmakers, een beroep op de verbeelding althans op het inlevingsvermogen. En een position paper waarmee een lobbyist op pad gaat, hoeft feitelijk niet veel meer te zijn dan een argumentatieschema met argumenten pro en contra, mits de lobbyist de onderbouwing ook paraat heeft. Toch zijn er stappen die je altijd gaat nemen.



Standpuntbepaling in een position paper

Om te beginnen maak je een probleemverkenning of probleemanalyse. Dat is de diagnose, de aanleiding voor je position paper en de relevantie van het onderwerp. Daar wil je later in het proces niet op hoeven terug te komen: waar gaat het precies over? Welke gevolgen kan dat ceteris paribus, dus bij ongewijzigd beleid hebben? Waarom maakt jouw organisatie zich daar druk om? Dat betekent researchen, uitvragen, interviewen, verzamelen, ordenen en structureren. Je begint dus met de contouren voor de position boven water te hijsen. Wat valt binnen de scope en wat erbuiten? Waar leg je binnen de scope de focus? Als je dat eenmaal in beeld hebt, vraag je je kritisch-objectief af wat de rode draad van je betoog wordt (het overtuigingsnarratief) en met welke argumenten je de tegenargumenten onschadelijk gaat maken.



De rode draad van een position paper

  • Titelpagina

  • Samenvatting of Executive Summary

  • Inleiding waarin de auteur het onderwerp introduceert en de context belicht

  • Achtergrond: relevante feiten, context en actuele of historische informatie, nodig zijn om het standpunt te begrijpen.

  • Standpuntverklaring of mission statement

  • Argumenten met ondersteunend bewijs

  • Tegenargumenten en weerlegging

  • Conclusie

  • Aanbevelingen of actieplan

  • Referentielijst of bibliografie


Probeer de argumentatie anders eerst eens schematisch op te stellen. Bedenk dat het weerleggen van tegenargumenten een pleidooi is voor het eigen standpunt. Gebruik alleen overtuigende argumenten, dus logische, zuivere en valide argumenten, zowel bij het bepleiten van het eigen standpunt als bij het weerleggen van het alternatieve of oppositionele standpunt. Beng daar ook ene hiërarchie in aan. Je kijkt kritisch of er geen drogredenen worden gebezigd en/of er sprake is van een wat al te doelgerichte of teleologische argumentatie. Bij het weerleggen van andermans argumenten speel je uiteraard op de bal en niet op de man. En ondertussen blijf je je afvragen of je in het grotere plaatje niet iets over het hoofd ziet.



Hoofdlijn en verhaallijn

De meest voorkomende valkuil bij het opstellen van een position paper of een opiniestuk is detailkennis. Voor de duidelijkheid: er is niks mis met detailkennis. Integendeel! Maar de puntzakspecialist zit niet zelden helemaal onder in de zak. En van daaruit is het lastig om over de rand te kijken en een verhaallijn op te zetten. Zonder detailkennis ook, overigens. Maar het risico voor de super-specialist is wel dat hij/zij juist de informatiedichtheid te hoog maakt en van de hoofdlijn afdwaalt of nog erger: geen verhaallijn of overzichtslijn weet aan te brengen.


Vanuit specialistische detailkennis is het ook lastig om een kwestie kort en bondig, begrijpelijk, helder en overtuigend aan te kaarten. Het gaat bij een position paper vaak om een standpuntbepaling op hoofdlijnen met een herkenbare verhaallijn. Anders is het straks ook niet goed uit te leggen in de media. Werk dus alleen de belangrijkste argumenten (pro en contra) uit en let op de verhaallijn van het betoog (het narratief). Kijk ook of het eigen standpunt inschiet op een grotere maatschappelijke trend en vraag je af of het oppositionele standpunt de klok niet juist terugdraait. De tijdgeest is altijd een prettige medestander. Vraag je ook eens af welke (maatschappij)visie, welk wereldbeeld er achter het oppositionele standpunt schuilgaat. Zijn er voorbeelden uit andere landen of in andere sectoren waar de eigen visie wel goed uitpakt en/of waar de oppositionele visie schipbreuk leidt?



Opiniestukken

Door je op de hoofd- en verhaallijn te concentreren, wordt ook de lijn van je betoog duidelijker. Laten we eens kijken naar de familie van de position paper: het opiniestuk. Opiniestukken in een krant hebben vaak een voorgeschreven lengte van bijvoorbeeld 600 of 800 woorden, dat is een derde meer dan een A4. Een bijzondere vorm van de position paper is de open brief. Zo'n brief, feitelijk een gekochte ruimte in een landelijke krant - kent vaak een lengte van tussen de 600 en de 900 woorden. Zie bijvoorbeeld de open brief van 34 hoogleraren en milieuvoorvechters tegen het initiatief van Shell om een grote plastic fabriek te beginnen in de VS (767 woorden ex de intro). Daar kan een bedrijf als Shell dan weer met een open brief op reageren. Open brieven worden rond Prinsjesdag ook gericht aan het kabinet om daarmee de geesten rijp te maken voor een plan, visie of idee of om een alternatief geluid te laten horen. Hou er wel rekening mee dat position papers richting externe doelgroepen als de politiek, de media en publieksgroepen minder om inleiding en toelichting vragen en juist meer om de uitgesproken oplossing.



Het essay

Een ander familielid van de position paper is het essay. Dat is stilistisch de meest uitdagende vorm. Het essay is langer want beschouwender. Waar het opiniestuk een onderwerp naar de keel vliegt, meandert de essayist moeiteloos langs geschiedenis, recht, literatuur, economie en kunst. De uitdaging is hier juist zo groot, omdat je de bijzaak steeds tot hoofdzaak maakt, maar daardoor wel het risico loopt om zelf te verdwalen. In mijn blog over de Overeenkomsten en verschillen tussen position paper, opiniestuk en essay ga ik hier dieper op in.


Concentreer je op de hoofdlijn

Een position paper gaat soms - vóórdat de publiciteit wordt gezocht - naar beleidsmakers op het betreffende ministerie, naar specifieke Kamerleden, naar een Kamercommissie of naar Europese parlementariërs en/of naar brancheorganisaties. Mooi als dat in een notendop kan, maar dat gaat niet altijd lukken en met een adequate samenvatting is dat ook niet altijd nodig. Meestal heeft zo'n position paper de vorm van een uitgebreide brochure of een aangekleed rapport. Breng in elk geval hiërarchie aan in je argumentatie en probeer hoofdzaken (position) en bijzaken (bijlagen) te scheiden. Vraag je af tot hoeveel cijfers achter de komma verdieping bij de onderbouwing nodig is.


Wat is de omvang van een position paper?

Relevantie is minstens zo belangrijk als detaillering. Een position paper tégen of vóór een voorgenomen stelselwijziging in het onderwijs, de pensioenen of de zorg kan de omvang krijgen van een lijvig rapport. Maar ook dan zul je een samenvatting moeten kunnen maken en daar is een narratief of verhaallijn voor nodig. Want als je niet in staat bent om op één A4 te vertellen waarom je vóór of tégen bent (het narratief), zul je ook niet gauw de handen op elkaar krijgen voor een betoog van 60 pagina's, ook al zijn politici, kamerleden en journalisten gewend om te lezen. Dus beperk je zoveel mogelijk tot de hoofdlijnen en binnen de hoofdlijn vooral tot de oplossing. Door je daartoe te beperken, krijg je ook beter zicht op het narratief.


Gerelateerde posts

bottom of page